J. considérant que, comme le dispose le protocole susmentionné, la radiodiffusion de service public joue un rôle central dans la sauvegarde du pluralisme, et qu'il appartient aux États membres d'arrêter les systèmes de financement du service public; que parmi les tâches légitimes de la radiodiffusion de service public figurent non seulement l'expérimentation et la recherche, mais également l'exploitation, potentiellement illimitée, de nouvelles possibilités techniques et formes de commercialisation, ceci devant assurer la compétitivité de la radiodiffusion de service public sur le marché,
J. overwegende dat het openbare-omroepstelsel, zoals in Protocol nr. 9 bij het Verdrag van Amsterdam reeds is vastgesteld, een centrale rol blijft spelen voor de bescherming van het pluralisme, maar dat het de taak van de lidstaten blijft te beslissen over de vormen van financiering van de openbare dienst; overwegende dat niet alleen experimenten en onderzoek tot de legitieme taken van de openbare omroep behoren, maar dat dit ook moet gelden voor de potentieel onbeperkte toepassing van nieuwe technische mogelijkheden, om de openbare omroep onder dezelfde concurrentievoorwaarden op de markt te laten opereren,