4. invite les États membres signataires de l'accord de Schengen à établir des bureaux consulaires communs pour l'octroi de visas à des demandeurs non ressortissants de l'Union européenne, à veiller à ce que ces bureaux aient les mêmes méthodes de travail et appliquent les mêmes critères en matière de visas et à améliorer l'accueil des demandeurs de visas, par exemple par la gestion des rendez-vous, la façon dont les entretiens sont menés et le délai de traitement des demandes, car tout ceci serait source d'importantes économies pour les États membres;
4. roept de lidstaten die partij zijn bij het Schengenakkoord op om gezamenlijke consulaire bureaus in te stellen voor het verlenen van visa aan niet-EU-aanvragers, teneinde te waarborgen dat deze bureaus dezelfde werkwijzen en visumcriteria hanteren en om het welkom dat aan visumaanvragers wordt geboden, te verbeteren door, bijvoorbeeld, het afsprakenbeheer, de manier waarop vraaggesprekken worden gehouden en de tijdslimiet voor het verwerken van aanvragen, aangezien dit de lidstaten aanzienlijke besparingen op de begroting zou opleveren;