Ceci étant, sur le fond, le droit à une non-activité préalable à la pension en tant qu'il est ouvert aux personnes ayant au moins 33,5 ans d'ancienneté dans le secteur public, crée une différence de traitement qui, à défaut d'être justifiée, pourrait être considérée comme discriminatoire au regard des articles 10 et 11 de la Constitution.
Los daarvan, en wat de grond van de zaak betreft, doet het recht op non-activiteit voorafgaand aan de pensionering, in zoverre het geldt voor personen die ten minste 33,5 jaren anciënniteit in de openbare sector hebben, een verschillende behandeling ontstaan die, indien ze niet wordt gerechtvaardigd, als discriminerend kan worden beschouwd in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.