28. Les États membres devraient veiller à ce que les dispositions de la présente directive, lorsqu'elles correspondent à des droits garantis par la CEDH, soient mises en œuvre conformément aux dispositions de la CEDH, telles qu'elles ont été développées par la jurisprudence pertinente de la Cour européenne des droits de l'homme.
(28) De lidstaten dienen erop toe te zien dat de bepalingen van deze richtlijn, voor zover zij met door het EVRM gewaarborgde rechten overeenkomen, worden toegepast conform de bepalingen van het EVRM en wel zoals die zijn uitgewerkt in de desbetreffende vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens.