262. estime que la réglementation des Fonds structurels devrait prévoir un processus d'apprentissage progressif, qui devrait se refléter dans les dispositions juridiques; considère que cela paraît d'autant plus important que les évaluations ex post effectuées à la fin d'une période de programmation ne peuvent être achevées à temps avant l'entrée en vigueur d'un règlement relatif à la nouvelle période de financement et de programmation; ajoute que les commissions compétentes du Parlement devraient être régulièrement consultées aux différents stades de la période de financement;
262. is van mening dat de verordeningen inzake de Structuurfondsen moeten worden gezien als een geleidelijk leerproces, waarbij de lessen die zijn geleerd, een weerslag moeten krijgen in de wettelijke bepalingen; acht dit des te belangrijker, nu de evaluaties achteraf op het einde van een programmeringsperiode niet tijdig kunnen worden afgewerkt, vóór een verordening inzake de nieuwe financierings- en programmeringsperiode van kracht wordt; benadrukt bovendien dat de bevoegde commissies van het Parlement in de diverse fasen van de financieringsperiode geregeld moeten worden geraadpleegd;