Même s'il s'agit d'un objectif global pour l'Union, cela siginifie néanmoins que le taux d'emploi belge, a déjà considérablement augmenté ces dernières années (il est passé de 56,3 % en 1996 à 60,9 % en 2001), devra continuer à augmenter sensiblement pendant la décennie en cours, ce qui ne peut être réalisé qu'en augmentant la participation au processus du travail en particulier des groupes actuellement sous-représentés.
Ook al gaat het hier om een globale doelstelling voor de Unie, dit betekent toch dat de Belgische werkgelegenheidsgraad, die de jongste jaren al aanzienlijk gestegen is (van 56,3 % in 1996 tot 60,9 % in 2001), zal moeten gevoelig blijven stijgen tijdens het lopende decennium, iets wat alleen maar te realiseren valt door het verhogen van de deelname aan het arbeidsproces in het bijzonder van thans ondervertegenwoordigde groepen.