Sauf exceptions prévues par ou en vertu de la loi, le directeur peut, moyennant autorisation préalable du ministre, permettre à un détenu de s'entretenir avec un représentant des médias, pour autant que cela soit compatible avec le maintien de l'ordre et de la sécurité, avec les bonnes moeurs, avec la protection des droits et des libertés de tiers et avec le respect dû aux victimes de délits.
Behoudens de door of krachtens de wet bepaalde uitzonderingen kan de directeur, mits voorafgaande machtiging door de minister, de toestemming geven aan een gedetineerde om een gesprek te voeren met een vertegenwoordiger van de media, voor zover dit verenigbaar is met de handhaving van de orde en de veiligheid, met de goede zeden, met de bescherming van de rechten en vrijheden van derden en met het respect voor de slachtoffers van misdrijven.