Sauf en cas d'utilisation de la cellule TEM, l'ETS doit être placée à 1,0 m au minimum de toutes les autres structures conductrices telles que les parois de l'enceinte blindée (à l'exception de la plaque de masse sous l'ETS).
De afstand tussen de ATE en andere geleiders, zoals de wanden van de afgeschermde ruimte (met uitzondering van de massaplaat onder de ETS), moet tenminste 1,0 m bedragen, behalve bij de TEM-celmethode.