Ce paragraphe prévoit que le ministre ayant la Santé publique dans ses attributions fixe le prix de délivrance des cellules et tissus, en tenant compte des dispositions de l'article 6, à savoir l'interdiction d'obtenir un avantage personnel pour le donneur ou pour toute personne ayant un lien personnel avec lui, ou l'interdiction pour les établissements de poursuivre un but lucratif.
In deze paragraaf wordt erin voorzien dat de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, de leveringsprijs bepaalt van de cellen en weefsels, rekening houdend met de bepalingen van artikel 6, met name het verbod tot verkrijging van een persoonlijk voordeel in hoofde van de donor of elkeen die hiermee een persoonlijke band heeft, of inzake de werking van de instellingen die niet mag berusten op enig winstoogmerk.