5. soutient la levée de l'interdiction de visa décidée en janvier par les ministres des affaires étrangères des États membres; estime que l'Union devrait encore davantage souligner son soutien à l'effort sans précédent de réforme en allégeant progressivement les sanctions qui n'ont pas d'effets militaires, ou même qui auraient celui de perpétuer le contrôle des militaires sur les ressources du pays, notamment les restrictions sur l'aide au développement ou les interdictions portant sur les investissements, les échanges ou les prêts;
5. steunt de opheffing van het visumverbod door de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU in januari en meent dat de EU verder haar steun voor de nooit eerder geziene hervormingsinspanningen moet onderstrepen door een geleidelijke opheffing van de sancties die geen militaire gevolgen hebben of zouden kunnen leiden tot een blijvende militaire controle over rijkdommen, met name de beperkingen op ontwikkelingshulp en het verbod op investeringen, in- en uitvoer en leningen;