Dans des circonstances exceptionnelles, ces mesures peuvent déroger aux règles organisant les compétences normales des parents, en particulier «lorsqu'il existe des raisons de craindre que les sommes revenant à un mineur ne soient pas employées dans l'intérêt de celui-ci» (voir article 379, deuxième alinéa, du Code civil).
Deze maatregelen kunnen in uitzonderlijke gevallen afbreuk doen aan de normale bevoegdheden van de ouders, met name «wanneer er reden is om te vrezen dat geldsommen die aan de minderjarige toekomen niet in zijn belang worden gebruikt» (zie artikel 379, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek).