Le gestionnaire de l'inventaire radie une habitation de la liste visée à l'article 26, § 1, 2°, à la demande notifiée par recommandé du détenteur du droit réel ou de son ayant cause dès que celui-ci apporte la preuve que le bourgmestre a abrogé l'arrêté d'insalubrité ou la preuve visée au paragraphe 1, alinéa 1.
De inventarisbeheerder schrapt een woning uit de lijst, vermeld in artikel 26, § 1, 2°, op aangetekend verzoek van de houder van het zakelijk recht of zijn rechtsopvolger zodra hij bewijst dat de burgemeester het onbewoonbaarheidsbesluit heeft opgeheven of het bewijs als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, levert.