3. L'État membre qui a dénoncé la présente Convention perd ses droits sur le patrimoine du Centre et doit indemniser celui-ci, dans les conditions fixées par le Conseil, statuant conformément à l'article 6(2)(i), pour toute perte, pour le Centre, de biens situés sur le territoire de cet État, à moins qu'un accord spécial ne soit conclu pour assurer au Centre l'usage de ces biens.
3. Een Lidstaat die deze Conventie heeft opgezegd, verliest zijn rechten op het vermogen van het Centrum en moet dit, onder de overeenkomstig Artikel 6(2)(i) door de Raad vastgestelde voorwaarden, elk verlies van het Centrum aan goederen op het grondgebied van die Staat vergoeden, tenzij er een bijzondere overeenkomst wordt gesloten waarbij door het Centrum het gebruik van deze goederen wordt gewaarborgd.