« Art. 18. Les membres du personnel d'un opérateur postal, qui auraient révélé l'existence ou le contenu d'une lettre, d'une carte postale ou de tout autre envoi ou opération confiée à un opérateur postal, hors le cas où ils sont appelés à rendre témoignage en justice et celui où la loi les oblige à cette révélation, seront punis d'un emprisonnement de huit jours à six mois et d'une amende de cent euro à cinq cents euro.
« Art. 18. Personeelsleden van een postoperator die het bestaan of de inhoud van een brief, een postkaart of enig andere aan een postoperator toevertrouwde zending of verrichting mochten bekendgemaakt hebben, buiten het geval dat zij opgeroepen worden om in rechte te getuigen, of voor een parlementaire onderzoekscommissie, en dat waarin de wet hen verplicht zulks te doen, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.