3. a) Les plus-values réalisées lors de l'aliénation des actions par l'actionnaire sont-elles
exonérables si une partie, fût-elle minime, des revenus de la société se compose d'autres revenus (par exemple d'intérêts d'un compte à vue dans une banque) que des dividendes RDT et des plus-values exon
érables? b) Dans la négative, peut-il se présenter des cas où la société perçoit d'autres revenus et où les plus-values sont donc exonérables, ou ces plus-values sont-elles exonérables sur la base de l
...[+++]'exonération générale des plus-values réalisées sur les actions RDT?
3. a) Zijn de meerwaarden bij de vervreemding van de aandelen door de aandeelhouder vrijstelbaar indien een gedeelte, al is het slechts miniem, van de inkomsten van de vennootschap bestaat uit andere inkomsten (bijvoorbeeld intrest van een zichtrekening bij een bank) dan DBI-dividenden en vrijstelbare meerwaarden? b) Zo neen, kunnen er in de praktijk dan gevallen zijn waarin de vennootschap generlei andere inkomsten heeft en de meerwaarden dus vrijstelbaar zijn, of zijn die meerwaarden dan vrijstelbaar zijn, of zijn die meerwaarden dan vrijstelbaar op grond van de algemene vrijstelling van meerwaarden op DBI-aandelen?