- L'article 88, 5°, du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 r
elatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement communautaire ne viole pas le principe d'égalité inscrit aux articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, en
ce qu'il n'établit aucune distinction ou ne laisse aucune latitude pour faire une distinction entre, d'une part, des membres du personnel aux prestations insuffisantes desquels il ne peut pas être remédié en réaffectant les intéressés dans une autre fonction, et, d'autre part, les membr
...[+++]es du personnel dont il ne peut être exclu qu'ils puissent fournir des prestations suffisantes dans une autre fonction.
- Artikel 88, 5°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs schendt niet het in de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet vervatte gelijkheidsbeginsel, doordat geen onderscheid of ruimte voor onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, personeelsleden van wie het vastgestelde onvoldoende presteren niet kan worden verholpen door de betrokkenen weder tewerk te stellen in een ander ambt en, anderzijds, personeelsleden van wie niet uit te sluiten valt dat zij in een ander ambt voldoende zouden presteren.