4. condamne fermement les attaques récentes de certaines communautés religieuses et ethniques en Syrie, notamment les chrétiens, les Arméniens et les Kurdes, et demande à toutes les parties de cesser toute incitation au conflit interethnique et interconfessionnel; souligne que toutes les parties au conflit ont le devoir de protéger l'ensemble des minorités en Syrie; reconnaît cependant que les attaques perpétrées contre certaines communautés vulnérables ne sont qu'un aspect de la guerre civile en Syrie;
4. veroordeelt ten scherpste de recente aanvallen op bepaalde religieuze en etnische gemeenschappen in Syrië, met name christenen, Armeniërs en Koerden, en roept alle betrokken partijen op een einde te maken aan alle acties die gericht zijn op het aanwakkeren van interetnische en interconfessionele conflicten; benadrukt dat alle bij het conflict betrokken actoren de plicht hebben al de verschillende minderheden in het land te beschermen; erkent echter dat de aanvallen op bepaalde kwetsbare gemeenschappen slechts één aspect van de Syrische burgeroorlog zijn;