14. demande à nouveau aux entreprises qui investissent en Birmanie de veiller, dans le contexte de la réalisation de leurs projets, à suspendre leurs activités en Birmanie si des violations des droits de l'homme sont perpétrées; se déclare déçu que certains pays aient jugé opportun d'augmenter notablement leurs investissements dans ce pays, au mépris de la déplorable situation des droits de l'homme qui y règne;
14. dringt er bij bedrijven die in Birma investeren nogmaals op aan ervoor te zorgen dat hun projecten worden uitgevoerd met inachtneming van de mensenrechten en, als deze worden geschonden, hun activiteiten in Birma op te schorten; geeft uiting aan zijn teleurstelling dat sommige landen het gepast achtten hun investeringen in Birma zelfs aanzienlijk te verhogen, ongeacht de slechte situatie van de mensenrechten;