Cette règle s'applique à l'égard des créanciers chirographaires et des créanciers jouissant d'un privilège général, mais pas à l'encontre des créanciers hypothécaires (ou titulaires d'un privilège immobilier) ou jouissant d'une sûreté réelle mobilière ou d'un privilège spécial mobilier qui peuvent, à certaines conditions, procéder à la réalisation du bien affecté en garantie » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/13, p. 258).
Die regel is van toepassing ten aanzien van de gewone schuldeisers en van schuldeisers met een algemeen voorrecht, maar niet ten aanzien van de hypothecaire schuldeisers (of houders van een onroerend voorrecht) of schuldeisers met een roerende zakelijke zekerheid of een speciaal roerend voorrecht, die onder bepaalde voorwaarden het goed dat als borg dient, te gelde mogen maken » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 258).