Outre quelques paramètres « classiques » du tableau 6, il serait opportun de reprendre aussi certains paramètres sociaux du modèle néerlandais (tels que le pourcentage de ménages à faible revenu, les familles monoparentales, les travailleurs peu qualifiés, les allochtones, les logements locatifs et les habitants des zones urbaines), de manière à tenir suffisamment compte de certains facteurs objectifs qui peuvent en partie expliquer de manière logique les différences du marché du travail entre les 3 régions.
Naast een aantal « klassieke » parameters in tabel 6 is het aangewezen om ook een aantal sociale parameters uit het Nederlandse model op te nemen in het model (zoals het % gezinnen met een laag inkomen, eenouderhuishoudens, laag opgeleiden, allochtonen, huurwoningen en inwoners stedelijk gebied), zodat voldoende rekening gehouden wordt met een aantal objectieve factoren die de verschillen in arbeidsmarktsituatie tussen de 3 gewesten deels logisch kunnen verklaren.