La proposition de résolution à l'examen renvoie très sommairement à la conférence de Durban de 2001, en indiquant à ce propos que « malgré les difficultés créées par la mise en exergue de certaines questions difficiles comme par exemple celles liées à la situation au Moyen-Orient, et grâce à une volonté politique ferme de toutes les parties de parvenir à des résultats concrets, la Conférence a pu adopter une déclaration et un programme d'action» (doc. Sénat, nº 4-998/1, p. 2)
In het voorliggende voorstel van resolutie wordt zeer summier verwezen naar de eerste conferentie Durban 2001. Er wordt gesteld dat « Ondanks de moeilijkheden die ontstonden door het aankaarten van bepaalde heikele kwesties zoals de problemen in verband met de situatie in het Midden-Oosten, en dankzij de sterke politieke wil van alle partijen om concrete resultaten te bereiken, konden op de Conferentie een verklaring en een actieprogramma worden aangenomen » (stuk Senaat, nr. 4-998/1, blz. 2).