1. Les États membres prescrivent que les semences de céréales provenant directement de semences de base ou de semences certifiées de la première reproduction, certifiées dans un État membre et récoltées dans un autre État membre ou dans un pays tiers, peuvent être certifiées dans l'État producteur des semences de base ou des semences certifiées de la première reproduction si elles ont été soumises sur leur champ de production à une inspection sur pied satisfaisant aux conditions prévues à l'annexe I et s'il a été constaté, lors d'un examen officiel, que les conditions prévues à l'annexe II pour les semences certifiées ont été respectées.
1 . De Lid-Staten schrijven voor dat zaaigranen die rechtstreeks afkomstig zi
jn van basiszaad of gecertificeerd zaad van de eerste nabouw , goedgekeurd in een Lid-Staat en die in een andere Lid-Staat of in een derde land zijn geoogst , kunnen worden goedgekeurd in de Staat waar het basiszaad of het gecertificeerde zaad van de eerste nabouw is geproduceerd , indien deze zaaigranen op het vermeerderingsperceel werden onderworpen aan een veldkeuring , overeenkomstig de in bijlage I gestelde voorwaarden , en indien bij een officieel onderzoek is geconstateerd dat aan de in bijlage II voor gecertificeerd zaad opgesomde voorwaarden is voldaan
...[+++].