1. de reconnaître le droit universel de garder des animaux en toutes circonstances et sans la moindre forme de discrimination, pour autant que ces animaux soient gardés de manière responsable, que leur possession ou leur garde ne soit pas contraire aux droits des personnes qui ne gardent pas ou ne possèdent pas d'animaux et que cette garde ou cette possession ne constitue pas un danger direct et réel pour la personne qui garde l'animal ou pour son entourage;
1. Het universele recht te onderkennen op het houden van dieren onder alle omstandigheden, zonder enige vorm van discriminatie, mits het hier op een verantwoordelijke wijze gehouden wordt, het bezit of het houden ervan niet in strijd is met de rechten van mensen die geen dieren houden of bezitten en op voorwaarde dat dit geen direct en reëel gevaar oplevert voor de houder of zijn omgeving;