11. fait observer que, dans le contexte d'une UE où la confiance des consommateurs et des investisseurs est faible, la correction des déficits publics est fondamentale; regrette l'évolution récente des finances publiques, en relevant que les États membres ont toujours des déficits fortement supérieurs à ceux requis par l'économie européenne; relève que, pour justifier ces déficits, les gouvernements utilisent le prétexte de la faible c
roissance, bien que ces déficits nuisent à la reprise économique et accentuent le cycle; demande une réduction des déficits publics en 2006, qui soit plus ambitieuse qu'un simple ajustement économique op
...[+++]éré en prévision d'une croissance européenne plus soutenue; 11. benadrukt dat het in een Europese context waarin zowel consumenten als investeerders blijk geven van weinig vertrouwen, van cruciaal belang is de overheidstekorten te corrigeren; is teleurgesteld over de recente trends op het gebied van de openbare financiën en merkt op dat de tekorten van de lidstaten veel hoger blijven dan voor de Europese economie noodzakelijk is; stelt vast dat de regeringen de lage groei aanvoeren als rechtvaardiging voor de teko
rten, ondanks het feit dat de tekorten het economisch herstel in de weg staan en de cyclus acuter maken; dringt aan op een verkleining van de overheidstekorten in 2006 die veel verder
...[+++] gaat dan een louter economische aanpassing die vooruitloopt op een hogere groei in Europa;