Les conseillers suppléants visés à l'article 207bis, § 1 , 1º, 2º, 4º et 5º, et les juges suppléants sont soumis aux mêmes règles d'incompatibilité que les juges effectifs sauf l'exercice des professions d'avocat et de notaire et les activités que celles-ci leur permettent ainsi que l'exercice de la fonction de référendaire auprès des cours et tribunaux et de juriste de parquet.
De plaatsvervangende raadsheren zoals bedoeld in artikel 207bis, § 1, 1º, 2º, 4º en 5º, en de plaatsvervangende rechters zijn onderworpen aan dezelfde regels van onverenigbaarheid als de werkende rechters, behoudens de uitoefening van het beroep van advocaat en van notaris en de bezigheden die hen daardoor geoorloofd zijn alsook de uitoefening van het ambt van referendaris bij de hoven en rechtbanken en van parketjurist.