2. Un délit économique est commis notamment par une personne morale, une société, une association de personnes ou un patrimoine affecté, ou pour son compte, s'il est commis par des personnes qui agissent soit dans le cadre d'une relation de travail soit à un autre titre au sein de la personne morale, de la société, de l'association ou du patrimoine affecté, indépendamment du fait que ces personnes aient commis le délit économique chacune séparément ou aient agi en commun.
2. Een economisch delict wordt onder meer begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, indien het begaan wordt door personen, die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde handelen in de sfeer van de rechtspersoon, de vennootschap, de vereniging of het doelvermogen, ongeacht of deze personen ieder afzonderlijk het economisch delict hebben begaan dan wel bij hen gezamenlijk de elementen van dat delict aanwezig zijn.