B. rappelant que, comme le Président en exercice du Conseil l'a déclaré devant le Parlement européen le 23 juin 2005, de 600 000 à 800 000 personnes sont chaque année victimes de la traite des êtres humains à travers le monde et que, chaque année, plus de 100 000 femmes en sont victimes dans l'Union européenne,
B. overwegende dat, in navolging van hetgeen de fungerend voorzitter van de Raad op 23 juni 2005 in het Europees Parlement heeft verklaard, er andermaal wordt gewezen op het feit dat er jaarlijks 600 000 tot 800 000 mensen over de hele wereld slachtoffer van mensenhandel worden, en dat hiervan binnen de Europese Unie elk jaar meer dan 100 000 vrouwen slachtoffer zijn,