Il peut être mis fin prématurément à la dispense, même avant l'échéance des délais minimaux prévus par les alinéas précédents, lorsque : 1° la situation de fait qui a donné lieu à l'octroi de la dispense a cessé d'exister suite à un événement imprévisible; 2° un médecin, visé à l'article 141, alinéa 1 , a constaté que l'attestation visée au § 1 , alinéa 5, ne démontre pas que la personne mentionnée a besoin de soins palliatifs ou de soins pour malades graves.
Er kan voortijdig een einde gesteld worden aan de vrijstelling, zelfs vóór het verstrijken van de in de voorgaande leden vermelde minimumtermijnen, wanneer : 1° de feitelijke situatie die aanleiding gaf tot de vrijstelling ten gevolge van een niet voorziene gebeurtenis niet langer bestaat; 2° een geneesheer, bedoeld in artikel 141, eerste lid, heeft vastgesteld dat het in § 1, vijfde lid, bedoelde attest er niet toe leidt dat de genoemde persoon palliatieve zorg of zorg als zware zieke behoeft.