Sur le fond, quant à la seconde question préjudicielle, la circonstance que le requérant soit le seul à avoir demandé l'annulation de dispositions prises est sans incidence sur les arguments selon lesquels le décret emporte discrimination entre le requérant, les enseignants et les autres agents de la fonction publique : le constat d'inconstitutionnalité fait par la Cour vaut, en effet, erga omnes.
Ten gronde, wat betreft de tweede prejudiciële vraag, heeft de omstandigheid dat de verzoeker de enige is die de vernietiging van aangenomen bepalingen heeft gevorderd geen gevolg voor de argumenten volgens welke het decreet een discriminatie bevat tussen de verzoeker, het onderwijzend personeel en de andere overheidsambtenaren : de door het Hof gemaakte vaststelling van ongrondwettigheid geldt immers erga omnes.