25. considère qu'une part substantielle de la rémunération variable devrait être accordée sous forme d'instruments autres que monétaires comme la créance subordonnée ou le capital conditionnel, ou bien d'actions ou d'instruments liés aux actions, dès lors que ces instruments suscitent des incitations qui sont en adéquation avec la création à long terme de valeur et l'horizon temporel des risques;
25. is van oordeel dat een belangrijk deel, d.w.z. meer dan de helft, van de variabele beloning niet in geld zou moeten worden uitbetaald maar in vormen als achtergestelde schuld, voorwaardelijk kapitaal, aandelen of aandelengerelateerde instrumenten, in zoverre deze instrumenten stimuli creëren die sporen met de waardecreatie op de lange termijn en de tijdshorizonten van het risico;