La Cour est interrogée au sujet de la compatibilité du paragraphe 1 de l'article 356-2 du Code civil avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette disposition ne permet pas à un couple cohabitant de sexe différent de déclarer devant le tribunal, de commun accord, lequel des deux donnera son nom à l'adopté, alors que le paragraphe 2 de l'article 356-2 du Code civil offre cette possibilité à un couple cohabitant de même sexe.
Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van paragraaf 1 van artikel 356-2 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepal
ing niet in de mogelijkheid voorziet voor een samenwonend paar van verschillend geslacht om in onderlinge overeenstemming voor de rechtbank te verklaren wie van beiden zijn familienaam aan de geadopteerde zal geven, terwijl door paragraaf 2 van artikel 356-2, van het Burgerlijk Wetboek die mogelijkheid wel wordt geboden aan een samenwonend paar van hetzelfd
...[+++]e geslacht.