D'abord, c'est une lacune « en particulier » dans l'article 73 de la loi précitée du 22 juillet 1953 qui est dénoncée; ensuite cependant - dans la proposition de « reformulation » - c'est l'article 460 du Code judiciaire qui est soumis au contrôle, encore la violation imputée à cette disposition est-elle invoquée « dans la mesure où la loi du 22 juillet 1953 [.] ne prévoit pas la possibilité d'imposer des mesures de probation, alors que des mesures de probation sont bien prévues pour, par exemple, les avocats ».
Eerst wordt een lacune « in het bijzonder » in artikel 73 van de voormelde wet van 22 juli 1953 aangeklaagd, doch vervolgens wordt - in zijn voorstel tot « herformulering » - artikel 460 van het Gerechtelijk Wetboek ter toetsing voorgelegd en dan nog wordt de schending door die bepaling aangevoerd « in zoverre de wet van 22 juli 1953 [.] niet voorziet in de mogelijkheid om probatiemaatregelen op te leggen, terwijl probatiemaatregelen wel voorzien zijn voor bijvoorbeeld de advocaten ».