L'interdiction de résidence, qui s'applique pendant dix jours maximum (à compter de sa notification à la personne concernée), entraîne, pour la personne éloignée (la personne à laquelle une interdiction de résidence a été imposée): - l'obligation de quitter immédiatement la résidence commune; - l'interdiction d'y pénétrer, de s'y arrêter ou d'y être présente; - l'interdiction d'entrer en contact avec les personnes qui occupent cette résidence avec elle.
Het huisverbod, dat gedurende maximaal tien dagen geldt (te rekenen vanaf de kennisgeving ervan aan de betrokken persoon) omvat voor de uithuisgeplaatste (de persoon aan wie een huisverbod is opgelegd): - de plicht om onmiddellijk de gemeenschappelijke verblijfplaats te verlaten; - het verbod tot het betreden van, zich op te houden bij of aanwezig te zijn in die verblijfplaats; - het verbod om contact op te nemen met de personen, die deze verblijfplaats betrekken.