En cas d'absence ou d'insuffisance de bénéfices visés à l'alinéa 2, permettant d'appliquer les exonérations, les exonérations non accordées pour cette période imposable sont reportées successivement sur les bénéfices des périodes imposables suivantes, sans que, par période imposable, les exonérations ne puissent excéder la limite visée à l'alinéa 2.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst als bedoeld in het tweede lid oplevert om de vrijstellingen te kunnen toepassen, worden de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstellingen achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstellingen per belastbaar tijdperk nooit hoger mogen zijn dan de in het tweede lid bedoelde grens.