3. Par dérogation à l'article 7, paragraphe 2, et à l'article 9, paragraphe 2, de la décision-cadre 2009/315/JAI du Conseil relative à l'organisation et au contenu des échanges d'informations extraites du casier judiciaire entre les États membres, les États m
embres prennent les mesures nécessaires pour que, aux fins de la mise en œuvre eff
ective de la mesure consistant à empêcher provisoirement ou définitivement la personne d'exercer des activités impliquant des contacts réguliers avec des personnes âgées de moins de dix-huit ans, not
...[+++]amment dans la mesure où l'État membre demandeur subordonne l'accès à certaines activités au respect de conditions pour s'assurer que les candidats n'aient pas été condamnés pour l'une des infractions visées aux articles 3 à 7 de la présente directive, les informations relatives à une mesure d'interdiction suivant une condamnation pour l'une des infractions visées aux articles 3 à 7 de la présente directive soient transmises à la suite d'une demande introduite conformément à l'article 6 de cette décision-cadre auprès de l'autorité centrale de l'État membre de nationalité, et que les données à caractère personnel relatives à cette mesure d'interdiction fournies conformément à l'article 7, paragraphes 2 et 4, de cette décision-cadre puissent être utilisées à cette fin dans tous les cas.3. In afwijking van artikel 7, lid 2, en artikel 9, lid 2, van Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisselingen van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten, neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, met het oog op de daadwerkelijke handhaving van het tijdelijke of permanente verbod om activiteiten uit te oefenen waarbij de betro
kkene regelmatig in contact komt met personen onder de 18 jaar, met name wanneer de verzoekende lidstaat de toegang tot bepaalde activiteiten afhankelijk maakt van voorwaarden die moeten garanderen dat gegadigden niet veroordeeld z
...[+++]ijn voor een van de in de artikelen 3 tot en met 7 van deze richtlijn genoemde strafbare feiten, informatie betreffende het verbod dat voortvloeit uit een veroordeling voor een van de in artikelen 3 tot en met 7 van deze richtlijn genoemde strafbare feiten, wanneer daartoe een verzoek overeenkomstig artikel 6 van dat kaderbesluit wordt ingediend, wordt doorgezonden van de centrale autoriteit van de lidstaat waarvan de betrokkene onderdaan is en dat persoonsgegevens betreffende het opgelegde verbod die krachtens artikel 7, leden 2 en 4, van dat kaderbesluit worden verstrekt, steeds voor dat doel mogen worden gebruikt.