Les parties requérantes reprochent à cette disposition de ne pas prévoir, à l'égard du regroupant souhaitant être rejoint par ses enfants mineurs, les mêmes exceptions en matière de conditions régissant les moyens de subsistance et de logement décent que celles qui s'appliquent, sur la base de l'article 10, § 2, alinéas 2, 3 et 5, lorsque le regroupant est admis à un séjour à durée illimitée.
De verzoekende partijen verwijten die bepaling dat ze ten aanzien van de gezinshereniger die zijn minderjarige kinderen bij zich wil voegen, niet voorziet in dezelfde uitzonderingen met betrekking tot de voorwaarden inzake bestaansmiddelen en behoorlijke huisvesting, als die welke op grond van artikel 10, § 2, tweede, derde en vijfde lid, gelden wanneer de gezinshereniger tot een verblijf van onbeperkte duur is toegelaten.