Il appartient à la Cour d'examiner si la mobilité renforcée des magistrats résultant des dispositions attaquées porte atteinte aux dispositions visées en B.11, dès lors que, selon les parties requérantes, cette mobilité renforcée n'est compensée par un quelconque avantage, ni en nature - telles la valorisation du temps de trajet ou la réduction du nombre de dossiers à traiter -, ni en espèces, sous la forme notamment d'un remboursement des frais occasionnés par cette mobilité renforcée.
Het staat aan het Hof te onderzoeken of de grotere mobiliteit van de magistraten die uit de bestreden bepalingen voortvloeit, afbreuk doet aan de in B.11 vermelde bepalingen omdat, volgens de verzoekende partijen, die grotere mobiliteit niet wordt gecompenseerd door enig voordeel, noch in natura - zoals het valoriseren van de trajecttijd of een vermindering van het aantal te behandelen dossiers -, noch in geld, met name in de vorm van een terugbetaling van de kosten die door die grotere mobiliteit worden veroorzaakt.