63. Suivant le texte actuel de l'article 26, § 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, lorsqu'une des questions définies au § 1 de cet article est soulevée devant la Cour de cassation ou le Conseil d'État, ces juridictions ont l'obligation de demander à la Cour d'arbitrage de statuer sur cette question, sauf si l'action est irrecevable pour des motifs de procédure tirés de normes ne faisant pas elles-mêmes l'objet de la demande de question préjudicielle.
63. Uit de huidige tekst van artikel 26, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 kan worden afgeleid dat als een van de in § 1 van dit artikel bedoelde vragen wordt opgeworpen voor het Hof van Cassatie of voor de Raad van State, deze rechtscolleges het Arbitragehof moeten verzoeken op deze vraag uitspraak te doen, behalve wanneer de vordering niet ontvankelijk is om procedureredenen die ontleend zijn aan normen die zelf niet het onderwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van de prejudiciële vraag.