Le Gouvernement de la Communauté française prend un moyen de la violation des articles 4, alinéa 1, 30, 127 et 129 de la Constitution en ce que les dispositions attaquées font dépendre l'inscription d'un élève pour les années scolaires 2015-2016 et 2016-2017 de la preuve qu'un des parents maîtrise le néerlandais au moins au niveau B1 du Cadre européen commun de référence pour les langues, alors que cette exigence serait contraire à la liberté d'emploi des langues.
De Franse Gemeenschapsregering voert een middel aan afgeleid uit de schending aan van de artikelen 4, eerste lid, 30, 127 en 129 van de Grondwet, doordat de bestreden bepalingen de inschrijving van een leerling voor de schooljaren 2015-2016 en 2016-2017 afhankelijk maken van het bewijs dat een van de ouders het Nederlands machtig is op minstens het niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, terwijl die vereiste in strijd zou zijn met de vrijheid van taalgebruik.