A défaut pour le créancier gagiste d'avoir satisfait à son obligation de substituer les instruments financiers équivalents à ceux originellement donnés en gage à la date d'exigibilité de la créance garantie, le débiteur peut imputer, conformément à l'article 1254. du Code civil, la valeur des instruments financiers initialement engagés sur la créance en principal, intérêts et frais, du créancier gagiste, dans le respect des règles convenues en ce qui concerne l'évaluation des instruments financiers engagés et de la dette garantie.
Als de pandhoudende schuldeiser zijn verplichting niet nakomt om de oorspronkelijk in pand gegeven financiële instrumenten op de datum van opeisbaarheid van de gewaarborgde schuldvordering te vervangen door gelijkwaardige financiële instrumenten, mag de schuldenaar, overeenkomstig artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek, de waarde van de oorspronkelijk in pand gegeven financiële instrumenten toerekenen op de schuldvordering in hoofdsom, interesten en kosten, van de pandhoudende schuldeiser, met naleving van de overeengekomen regels voor de waardering van de in pand gegeven financiële instrumenten en van de gewaarborgde schuld.