La reconnaissance effective des droits des victimes et le respect de ceux‑ci, notamment ceux portant sur la dignité humaine, la vie privée et familiale et la propriété, doivent donc être sauvegardés, dans le respect également des droits fondamentaux d'autres personnes telles que le prévenu.
De erkenning en eerbiediging van de rechten van slachtoffers, met name wat betreft de menselijke waardigheid en de eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, moeten worden gewaarborgd, terwijl tegelijk ook de grondrechten van anderen, zoals de beklaagde, in acht moeten worden genomen.