Si l'indemnité prévue par les alinéas 3 et 4 est refusée, si le montant en est jugé insuffisant ou si le gouvernement n'a pas statué dans les six mois d'une requête introduite à cette fin par le condamné ou par ses ayants droit, ceux-ci pourront, dans les soixante jours de la décision du gouvernement ou à l'expiration du délai dans lequel il aurait dû statuer, s'adresser à la commission instituée conformément à l'article 28, § 4, de la loi du 13 mars 1973 relative à l'indemnité en cas de détention préventive inopérante.
Indien de in de leden 3 en 4 bedoelde vergoeding geweigerd wordt, indien het bedrag ervan onvoldoende wordt geacht, of indien de regering niet binnen zes maanden heeft beslist op het door de veroordeelde of zijn rechtverkrijgenden te dien einde ingediend verzoekschrift, kunnen dezen zich binnen zestig dagen na de beslissing van de regering, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen moest worden beslist, wenden tot de commissie ingesteld overeenkomstig artikel 28, § 4, van de wet van 13 maart 1973 betreffende de vergoeding voor onwerkzame voorlopige hechtenis.