Art. 9. L'enregistrement se faisant à l'aide d'une autre méthode doit avoir recours à une interface électronique mise à disposition par l'Office national précité qui permettra d'enregistrer les présences soit directement, soit anticipativement, sous la responsabilité de l'utilisateur de celui-ci, et ce à partir d'appareils externes au lieu de travail dans la mesure où ceux-ci respectent les mêmes exigences fonctionnelles, techniques et de sécurité, que l'appareil et le moyen, visés aux articles 2 et 3, utilisés sur le lieu de travail.
Art. 9. De registratie via een andere methode moet gebruik maken van een door voornoemde Rijksdienst ter beschikking gestelde elektronische interface die het mogelijk maakt de aanwezigheden hetzij onmiddellijk hetzij anticipatief te registreren onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker ervan, en dit via apparaten extern aan de arbeidsplaats mits die voldoen aan dezelfde functionele, technische en veiligheidsvereisten als het in de artikelen 2 en 3 bedoelde apparaat en middel, die op de arbeidsplaats worden gebruikt.