En cas de prêt, location ou cession à un organisme fondé à bénéficier de l'exonération en application du paragraphe 1 ou le cas échéant, à un organisme fondé à bénéficier de l'exonération en application de l'article 25, § 1 , 1°, l'exonération reste acquise pour autant que ceux-ci utilisent les biens en cause à des fins ouvrant droit à l'octroi de telles exonérations.
Indien de goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een organisatie die krachtens paragraaf 1 voor vrijstelling in aanmerking komt of, eventueel, aan een organisatie die krachtens artikel 25, § 1, 1°, voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisaties de betrokken goederen gebruiken voor doeleinden welke recht geven op het verlenen van dergelijke vrijstellingen.