Si la chambre de combustion n'est alimentée qu'avec des déchets dangereux liquides ou un mélange de substances gazeuses et de substances solides pulvérisées résultant d'un traitement thermique préalable, en déficit d'oxygène, des déchets dangereux et si la partie gazeuse représente plus de 50 % de la chaleur totale dégagée, la teneur en oxygène, après la dernière injection d'air de combustion, doit être d'au moins 3 %.
Wordt de oven gestookt met uitsluitend vloeibare gevaarlijke afvalstoffen of met een mengsel van gasvormige stoffen en van poedervormige vaste stoffen afkomstig van een thermische voorbehandeling van gevaarlijke afvalstoffen in een zuurstofarme omgeving, en wordt meer dan 50 % van de totale hoeveelheid vrijkomende warmte geproduceerd door de gassen, dan dient het zuurstofgehalte na de laatste verbrandingsluchttoevoer ten minste 3 % te bedragen.