21. demande à la Commission d’accorder l’attention voulue aux risques sanitaires que posent les animaux sauvages; considère que, parmi les nouvelles maladies infectieuses, nombreuses sont les infections zoonotiques (transmissibles entre espèces sauvages, animaux domestiques et êtres humains); reconnaît que le commerce d’espè
ces sauvages et les changements advenus dans l’utilisation et la gestion des sols peuvent générer de nouvelles interactions ou modifier les interactions existantes entre les humains, les animaux domestiques et les animaux sauvages et pourraient favoriser la transmission des maladies; insiste sur la nécessaire cohér
...[+++]ence à établir entre les politiques en matière de santé animale, de bien-être des animaux et de commerce;
21. verzoekt de Commissie voldoende aandacht te besteden aan de risico's voor de volksgezondheid die wilde dieren met zich mee brengen; is van mening dat een groot aantal van de opkomende infectieziekten zoönoses zijn (die overgedragen worden onder wilde dieren, huisdieren en mensen) en erkent dat de handel in wilde dieren en veranderingen in bodemgebruik en landbeheer kunnen leiden tot nieuwe of andere interacties tussen de mens, huisdieren en wilde dieren die de overdracht van ziektes kunnen bevorderen; benadrukt het belang van samenhang tussen dierengezondheid, dierenwelzijn en het handelsbeleid;