23. reconnaît que
la lutte contre le changement climatique conduit, par la force des choses, à une évolution technologique et à l'apparition de sociétés plus soucieuses de développement durable; considère que les politiques menées en vue de "décar
boniser" l'économie offrent des perspectives commerciales considérables dans d
e nombreux domaines technologiques, tels que l'efficacité énergétique, les énergies renouvelables, le partage
...[+++] des technologies, le piégeage et le stockage du carbone, etc.; demande que les États membres consentent de nouveaux efforts pour relancer ces investissements et encourager la recherche dans le domaine des technologies propres,
23. erkent dat bestrijding van klimaatverandering mogelijkheden in zich draagt, bijvoorbeeld technologische ontwikkeling en de totstandbrenging van meer duurzame samenlevingen; maatregelen gericht op het koolstofarmer maken van de economie zullen in veel sectoren, zoals energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, het uitwisselen van technologieën, CCS, enz., nieuwe kansen op zakelijk succes opleveren; roept de lidstaten op investeringen in dergelijke sectoren te bevorderen en fiscale prikkels te creëren om onderzoek naar schone technologieën aan te moedigen;