Le législateur décrétal, qui entendait tracer une ligne de démarcation nette en vertu de laquelle des charges académiques étaient considérées comme charges à temps plein ou à temps partiel, pouvait estimer que certains types d'activités accessoires dépassent normalement deux demi-journées par semaine et habiliter le Gouvernement flamand à en établir la liste.
De decreetgever, die beoogde een duidelijke scheidslijn te trekken op grond waarvan academische opdrachten voltijds dan wel deeltijds zijn, vermocht ervan uit te gaan dat bepaalde soorten van nevenactiviteiten normalerwijze twee halve dagen per week overschrijden en de Vlaamse Regering te machtigen de lijst ervan op te stellen.