Tout au long de ce processus, l’UE a exprimé sa profonde préoccupation concernant les cas rapportés de violations des droits de l’homme dans le pays (y compris des menaces à l’égard de défenseurs des droits de l’homme, les détentions arbitraires et la répression de manifestations pacifiques) et a rappelé au gouvernement de fait ses obligations en vertu du pacte international relatif aux droits civils et politiques, de la charte de l’OEA et de la convention américaine sur les droits de l’homme.
Gedurende dit hele proces heeft de EU haar diepe bezorgdheid uitgesproken over gemelde schendingen van de mensenrechten in het land (waaronder bedreigingen van pleitbezorgers voor de mensenrechten, willekeurige gevallen van detentie en onderdrukking van vreedzame demonstranten) en heeft zij de feitelijke regering herinnerd aan haar verplichtingen uit hoofde van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het handvest van de OAS en het Amerikaanse Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.