Au début de 1993, les principaux producteurs cherchaient à parvenir à un accord global dans ce secteur et ABB ébauchait déjà (annexe 48) «une stratégie européenne» valable pour le Danemark, la Suède, la Finlande, l'Allemagne, l'Autriche, les Pays-Bas, la France et l'Italie (qualifiés globalement de «vieux marché occidental du chauffage urbain»), aux termes de laquelle ABB aurait détenu 42 % du marché et Løgstør, 25 %.
Begin 1993 hadden de belangrijkste producenten reeds een algemene overeenkomst voor deze sector voor ogen en kondigde ABB reeds een "Europese oplossing" aan (bijlage 48) die van toepassing zou zijn op Denemarken, Zweden, Finland, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk en Italië (welke landen als de "oude West-Europese markt voor afstandverwarming" worden aangeduid), in het kader waarvan zij een marktaandeel van 42 % en Løgstør een marktaandeel van 25 % zou hebben.